Eigenaarschap versterken zonder het weer over te nemen

Een herkenbaar dillemma binnen ontwikkeltrajecten is dat de leidinggevende of directie iets wil van zijn medewerkers, maar dat die niet dezelfde noodzaak en urgentie voelen. Hoe meer deze gaat duwen en trekken, des te meer de ander achterover gaat zitten. Is dat weerstand, onwil of gewoon een logische reactie?

Er wordt een externe begeleider, trainer, facilitator of teamcoach bijgehaald die zich graag laat betalen om dit probleem op te lossen. Hoe goed die ook zijn best doet, het feit blijft dat het eigenaarschap nog steeds niet ligt waar die zou moeten liggen: namelijk, bij de betreffende medewerker(s).

Om er achter te komen bij wie het eigenaarschap nu nog ligt, kun je jezelf de vraag stellen: wie is er (bijvoorbeeld in het gesprek) hard aan het werk en wie zou er hard aan het werk moeten zijn? Vaak kun je het gewoon zien aan wie er voorover en wie er achteroverzit. Wie praat, denkt, onderzoekt het meest, is het meest aandachtig of doet het meest zijn best goed te contracteren? Op diens schouder zit de aap, dat is de degene die het eigenaarschap heeft.

Hoe kun je iemand eigenaar laten worden zonder dat je teveel gaat duwen of trekken? Er zijn twee belangrijke manieren om eigenaarschap over te dragen: A) het geven van feedback en B) het stellen van de juiste activerende trage vraag. In beide gevallen gaat het om de kwaliteit waarin de ander geactiveerd raakt. Eigenaarschap springt nooit over op een andere schouder in het spreken zelf, maar in de stilte. Het overdragen van eigenaarschap doe je niet wanneer je de opdracht in woorden toelicht, maar in de stilte die valt ná je uitleg. Daarin voelt de ander zich wel of geen eigenaar, of zich wel of niet geactiveerd. Het is de kunst van de stilte het werk laten doen. Maak je punt en zet een punt.

Merk dan op of de ander het eigenaarschap oppakt (of niet). Krijg je te weinig reactie, dan kun je een activerende (of toe-eigenende) vragen stellen als:

  • Wat hebben we nu afgesproken? Wat heb jij begrepen dat je opdracht nu is?
  • Kun je de opdracht voor me schetsen of op papier zetten?
  • Wat is het gewenste resultaat? Welke betekenis zal het hebben voor degenen voor wie we dit werk doen?
  • Wat is de bedoeling van de opdracht? Wat voegt het toe?
  • Heb je voldoende gevoel hoe je het kunt aanpakken en gaat dat ook werken?
  • Hoe gaan we om met onverwachte tegenslag of problemen: wat doen we dan?

Op basis van de reactie van de ander schat je in of die zich al voldoende eigenaar voelt. Let niet alleen op wat de ander zegt, maar raadpleeg vooral ook je innerlijke thermometer (onderbuik, gut-feeling, intuïtie etc.). Is er sprake van congruentie? Wat er inhoudelijk gezegd wordt, komt dat overeen met hoe de ander dat zegt en bevestigt de non-verbale communicatie dit?

Opdrachten en eigenaarschap kun je derhalve nooit goed via de mail overdragen. De inhoudelijke opdracht komt misschien nog wel over, maar het vereiste eigenaarschap waarschijnlijk niet. Alleen één op één kun je checken of het eigenaarschap bij de ander is aangekomen. Voor het goed overdragen van eigenaarschap moet je elkaar in de ogen kunnen kijken. Dat vraagt dus te allen tijde om (face-to-face) contact.

0
 in Blogs

Comments